Hebben wij God nog nodig? Ja, als scheppende, zingevende, geestelijke bron.

Is geloven in God nog van deze tijd? In deze blog bespreek ik hoe twee denkers, Erich Fromm en Spinoza, daarnaar kijken. Volgens Fromm in Liefhebben, een kunst, een kunde is de grondslag van onze behoefte aan God te vinden in onze fundamentele ervaring van isolement en de daaruit voortvloeiende angst voor vereenzaming. Hij zegt dat we die uiteindelijk ook kunnen overwinnen zonder in God te geloven. In de levenskunst van Spinoza speelt onze zelfstandige ontwikkeling ook een grote rol, maar blijft er nog wel plek voor God over. Mij interesseert ook de vraag of we een modern Godsbegrip kunnen gebruiken voor verdere maatschappelijke ontwikkeling. Daar hebben beide denkers ook een visie op.

Fromm beschrijft hoe in de loop van de geschiedenis de godsdienst met de maatschappelijke structuur mee verandert. Eerst is er het matriarchaat met de Moedergodin, dan het patriarchaat met de Vadergod. Parallel daaraan ontwikkelen de mensen zich ook. In het tijdperk van het monotheïsme ontwikkelt de godsconceptie zich uit de vaderfiguur tot zinnebeeld van de grondbeginselen rechtvaardigheid, waarheid en liefde. God houdt, bij consequent doordenken van het monotheïsme, uiteindelijk op een persoon, man, vader te zijn. Hij wordt tot het zinnebeeld van de eenheid achter de veelvuldigheid van de verschijnselen. Als de mens tot volle rijpheid is gekomen, heeft hij zich onttrokken aan de beschermende en bevelende macht van zijn moeder en vader. Hij heeft het moederlijke en het vaderlijke beginsel in zichzelf gevormd, hij is volwassen geworden. God is dan geen uitwendige macht meer, maar de mens heeft het beginsel van de liefde en de gerechtigheid in zichzelf opgenomen, hij is één met God geworden. Tenslotte breekt de tijd aan, waarin hij nog slechts in poëtische, in symbolische zin over God spreekt. Aldus Fromm.

Wat mij betreft is ook het streven naar een maatschappij in dienst van dezelfde waarheid, liefde en rechtvaardigheid een logisch gevolg van dit overwinnen van het geloof in een almachtige God. Wij zijn daar nu zelf verantwoordelijk voor. Helaas zijn er tegenwoordig veel mensen die terugvallen op een geloof waarbij iedereen maar op moet komen voor zichzelf. Met het verdwijnen van een Godsgeloof lijkt ook het streven naar een betere maatschappij foetsie. Voor mij is dat onbevredigend.

Spinoza betrekt ook de samenleving in zijn levensfilosofie. Voor hem is samenwerken met anderen ook ieders eigenbelang. Daarbij heeft de staat tot taak te zorgen voor vrede en veiligheid. De kerk hoort geen macht over de staat te hebben. De staat hoort te garanderen dat burgers vrij zijn in het uiten van hun gedachten. Volgens hem ligt geluk in het tevreden kunnen zijn met wat je hebt. God kennen is voor Spinoza God liefhebben vanuit het besef alles aan hem te danken te hebben. Blijvend geluk ligt niet in het najagen van onzekere, vergankelijke voorwerpen en zaken buiten jezelf. Zijn leefregel is: maak van genietingen en van mogelijkheden tot het verwerven van geld en maatschappelijk aanzien slechts gebruik voor zover zij voor behoud van leven en gezondheid nodig zijn. Door deze leefregel te oefenen en toe te passen, groeit het inzicht dat geluk niet in onmatig nastreven van begeerten ligt. En wordt liefde tot God een bron van vreugde. Uiteindelijk bereik je het gevoel van vrijheid, zelfsturing en autonomie.

Voor mij nog onbevredigend is Spinoza’s gedachte dat er geen geestelijke, transcendente wereld zou bestaan los van materie. Ik denk zelf dat bijvoorbeeld geometrisch logisch denken en het beleven van wat Spinoza noemt het ‘natuurlijk licht van de Rede” al puur geestelijke belevingen zijn. Voor mij is de goddelijke wereld er nog altijd, maar dan in de betekenis van scheppende, zingevende, geestelijke werkelijkheid. Ik geloof in het ontwikkelingspotentieel van mensen vanuit geestelijke inspiratiebronnen. Geestelijke idealen helpen mensen om zich verder moreel te ontwikkelen. Zij zijn ook de bron van het streven naar een rechtvaardiger samenleving. In die zin hoop ik op een toekomst voor God. Met Obama zeg ik: Yes, we can. Oefening baart tenslotte kunst.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s