Hoe kunnen we de economie zo inrichten, dat de ecologische grenzen aan de groei in acht worden genomen? Mag de economie nog wel verder groeien? Daarover schreef Tim Jackson, de belangrijkste econoom van de Britse Sustainable Development Commission, Welvaart zonder groei. Hij beantwoordt deze kwestie anders dan Mark Lynas, waarover ik 23 december j.l. ook een blog schreef.
In de kranten lezen we dagelijks, dat herstel van de economische groei noodzakelijk is om uit de financiële crisis te komen. Maar ondanks wereldwijde kapitaalinjecties ter grootte van vele biljoenen hapert de groei nog steeds. En achter de financiële crisis gaat een nog fundamentelere crisis schuil: de ecologische crisis.
Juist de afhankelijkheid van ons politiek-economische stelsel van economische groei is oorzaak van de problemen. De financiële crisis kwam voort uit een bewuste groeidoelstelling. Het dereguleren van de financiële markten en het bevorderen van de gewoonte om schulden te maken voor groei van bedrijven en consumentenbestedingen werden door de overheid zeer bewust ingezet om groei te bevorderen. Door onze schuldenberg hebben we onze economie verzwakt. Ook Keynesiaans verdere stimulering van de economie vergroot weer de nationale schuld.
Veel mensen denken dat meer rekening houden met het milieu alleen kan als de economie verder groeit. Mark Lynas bijvoorbeeld in zijn boek over de planetaire grenzen die de ecologie stelt aan de economie. Tim Jackson noemt groei zonder hogere milieubelasting (“ontkoppeling “) een mythe. Hij toont met statistieken aan dat groei van de economie in ieder geval tot nu toe nergens leidt tot een lager gebruik van grondstoffen. De vergroting van efficiëntie die samengaat met groei weegt namelijk nergens op tegen de vergroting van het productievolume. De trend van CO2-uitstoot is bekend: ondanks reductie van CO2-uitstoot per eenheid product blijft de CO2-uitstoot wereldwijd onverminderd stijgen.
Winstgedreven economische groei schept ook werkloosheid. Er zijn immers minder mensen nodig om hetzelfde product te maken. Bij een neergaande conjunctuur komen we daardoor in een neerwaartse spiraal terecht. Het is heel belangrijk om die te doorbreken. Herverdeling van arbeid is een logische optie. Inkomensverlies is namelijk niet het meest fundamentele probleem. Het verlies van werk en een zinvolle maatschappelijke positie is veel belangrijker.
Er zijn veel investeringen nodig om tot een dusdanig schonere economie te komen, dat we binnen de grenzen blijven die de aarde nog aankan. Energie-efficiëntie, afvalvermindering en meer recycling vereisen nieuwe technologieën. Evenals ontwikkeling van schone of koolstofarme energie. Daarnaast zijn ook nog investeringen nodig in herstel van ecosystemen, die misschien in eerste instantie alleen kosten met zich meebrengen. De kosten van de aan de planeet toegebrachte schade, van de vermindering van de natuurlijke rijkdom van de aarde, zijn nog niet verwerkt in de productprijzen. Er is dus veel minder ruimte voor groei dan nu lijkt. We hebben nog een achterstallige schuld aan de planeet.
Inzetten op groei zonder meer is geen optie. Meer schulden maken is niet de aangewezen weg. Een veel logischer oplossing is minder gaan consumeren en meer gaan sparen. De investeringen kunnen dan uit spaargelden worden betaald. Waarom zouden we niet minder gaan consumeren? Onderzoek wijst keer op keer uit dat een inkomen dat stijgt boven de 15.000 dollar niet meer leidt tot een hoger levensgeluk. Sterker nog, het leidt tot zinloze statusconsumptie. De sociale ongelijkheid neemt erdoor toe en vergroot daarmee de spanning in de samenleving.
Zo komt Jackson uit bij een sociale oplossing voor de door onze economie veroorzaakte ecologische crisis: eerlijker delen, opdat allen samen gelukkiger zijn. Deze oplossing klinkt mij niet alleen veel sympathieker in de oren dan de “technofix” die mensen als Lynas bepleiten. Ze lijkt mij ook aanzienlijk realistischer. Voorwaarde is wel dat mensen dit willen inzien. Als we de feiten nu niet onder ogen willen zien, zullen we eens moeten erkennen dat het door blijven feesten op kosten van toekomstige generaties de ondergang van de productiecapaciteit van de economie heeft ingeluid.