Komend najaar geef ik een cursus kringlooplandbouw en biodiversiteit aan de HOVO Alkmaar. Hier staat het programma en kunt u zich inschrijven. Vanwege corona is de start vertraagd. Als voorproefje schrijf ik hier over een van de thema’s die in de cursus worden uitgediept.
Naast de klimaatcrisis en de corona-crisis is ook de stikstofcrisis nog niet opgelost. Er is veel werk te doen. En het is zaak de lange termijn in het perspectief te betrekken, want alleen dan zijn geloofwaardige, echte oplossingen denkbaar. Geleidelijk en stapsgewijs kunnen we zo de gewenste omwentelingen tot stand brengen. Is er dan een oplossing van de stikstofcrisis denkbaar, die ook voor boeren gunstig kan uitpakken? Volgens mij wel. Inmiddels heeft wetenschappelijk onderzoek voldoende resultaten opgeleverd om dit perspectief realistisch te maken. Ik bespreek in deze blog eerst de rol van stikstof in een natuurlijk bodemproces. Pas die vervolgens toe op de landbouw. En bezie daarna de winst die hieruit kan voortvloeien voor de kwaliteit van de natuur in ons land.
Stikstof
Er zijn 15 essentiële voedingsstoffen in een bodem nodig om planten goed te laten groeien. In een natuurlijke situatie, dus zonder gebruik van kunstmest, is de hoeveelheid stikstof de meest bepalende voedingsstof voor de mate waarin planten kunnen groeien. Vandaar dat tot 1950 op de zandgronden, in de oostelijke en zuidelijke provincies, boerenbedrijven maar een lage opbrengst kenden, terwijl op de kleigronden, ruwweg de helft van het land die het dichtst bij de zee ligt, de opbrengsten veel hoger waren. Door kunstmest te gebruiken, konden opeens overal goede resultaten worden behaald. Maar, zo weten we inmiddels, gebruik van teveel mest leidt tot een overschot aan stikstof, dat het water vervolgens vervuilt, en via de lucht ook het land. Dat geldt ook voor gebruik van dierlijke mest. Natuurgebieden verruigen daardoor. De sterkst groeiende soorten gaan de zeldzamere soorten verdringen. De biodiversiteit loopt zienderogen achteruit. Naarmate we hier verder mee blijven doorgaan zet deze verarming alleen maar sterker door.
Een teveel aan stikstof leidt ook tot verzuring van de bodem. Door de omzetting van stikstof in salpeterzuur spoelen positief geladen essentiële voedingsstoffen als K+, Na+, Ca2+ en Ma2+ uit naar het oppervlakte- en grondwater. De bodem verarmt. Meer mest vergroot het probleem. Gangbare teeltmethoden tasten de vruchtbaarheid van de grond steeds verder aan. Er treedt een vicieuze cirkel op. Wereldwijd is al een derde van de landbouwgronden o.a. hierdoor verlaten.
Gangbaar landbouwperceel. Het contrasterende strookje wilde planten op de voorgrond staat buiten de akker en hoort bij de wegberm.
Het kantelpunt ligt nu bij het gebruik maken van natuurlijke bodemvormende processen. Daar is inmiddels veel over bekend. Dan is er geen kunstmest meer nodig. De stikstof die in de gewone lucht aanwezig is, wordt door bacteriën in de bodem gebonden. Bij een juist evenwicht spoelt er ook geen stikstof meer uit, maar kan alle stikstof opgenomen worden door de planten. Het verbouwen van stikstof bindende gewassen kost wel land en verlaagt de opbrengst daarmee wat. En omdat de geproduceerde gewassen worden afgevoerd, is er nog wel toegevoegde meststof nodig. Maar hiervoor kunnen mest van het vee en compost dienen. Je kunt precies berekenen hoeveel mest en compost nodig is voor een evenwichtstoestand. De kringloop zou geheel rond zijn als menselijke fecaliën ook weer op het land terug gebracht worden.
Berekeningen wijzen uit dat nu ongeveer de helft van de stikstofuitstoot uit boerenbedrijven afkomstig is. En dat anderzijds de vermesting van de natuurgebieden op de zandgronden meer dan twee keer zo groot is als natuur kan verwerken zonder biodiversiteitsverlies. Een logische consequentie daarvan is, dat er in kringlooplandbouw nog maar voor ongeveer de helft van het vee een plek is. Toegewerkt zal moeten worden naar zeker een halvering van de veestapel. Als we hiervoor 20 jaar de tijd nemen, zijn de economische consequenties te overzien en zijn we daarna ook echt van het stikstofprobleem verlost.
Omschakeling
Het schijnt zo, dat boeren dan de prijs hiervoor gaan betalen. Maar ten eerste zijn nu de milieukosten verwerkt in de belasting die we nu met ons allen betalen. Dat is ruwweg al de helft van het bedrag dat nodig is om de omschakeling te maken. Daarnaast wordt juist landbouw die op maximale productie gericht is door de Europese Unie grootschalig gesubsidieerd. Als we die subsidie gebruiken voor natuurinclusieve landbouw zijn we al een heel eind. Tenslotte zijn de voedselprijzen al decennia enorm gedaald. In ons consumptiepakket is genoeg ruimte voor iets hogere voedselprijzen.
Natuur en landbouw verweven
Zo kunnen landbouw en natuur weer naar elkaar toegroeien. Een boer gaat zich minder eenzijdig op maximale productie richten en gaat weer gebruik maken van natuurlijke processen in de bodem. De bodemvruchtbaarheid gaat niet stapsgewijs achteruit, maar komt terug door natuurinclusieve landbouwmethoden. Zorgen over de toekomst van het bedrijfsmodel kunnen bij het oud vuil. En in het agrarische gebied komt ruimte voor meer natuur. Bij een goed beheer van het landschap keren verdwenen vlinders en andere insecten weer terug, evenals boerenlandvogels als veldleeuwerik, gele kwikstaat en patrijs. Ook wordt het Nederlandse landschap weer veel mooier. Opeens wordt het aantrekkelijk om dichtbij je woonplaats te gaan recreëren. Of in eigen land op vakantie te gaan. Goed nieuws ten tijde van de coronacrisis!